De Boet

De Boet

Een boet of boetje is het West-Friese woord voor schuur(tje) of loods, meestal vrijstaand en van hout.  Men onderscheidt o.a. de volgende boeten of boetjes: een bouwersboet, skeipeboet, peerdeboet, koôlboet of fietseboetje en veldersboetje.  Het veldersboetje stond in het veld, op het land. Daar konden de bouwers schuilen voor de regen, daar lag wat gereedschap en had men schaft- en konkeltoid (koffie/theedrinken).

 De deur op de foto biedt toegang tot de bouwersboet. Die deur is regelmatig hersteld en ooit is de boet eens in de teer is gezet. Het originele hang en sluitwerk functioneerde blijkbaar niet meer, want er is een slot opgemaakt tegen inbraak.  Ook zit er een deurknop op om de deur beter dicht te trekken.  Wanneer je de deur openduwt en de boet binnenkomt heb je rechts een ramenpartij met daaronder een lange tafel gemaakt van houten planken. Aan die lange houten tafel werden o.a. de tulpenbollen gepeld. De bakken of manden waarin de tulpenbollen zaten, gepeld of ongepeld, stonden gesorteerd aan de linkerkant, achter de pelsters. Wanneer je rechtdoor loopt is er nog een deur. De deur die toegang biedt naar het schuithok met  schuur.

Lees verder