
Defensie vindt stoffelijke resten bij berging Britse bommenwerper
Defensie heeft stoffelijke resten aangetroffen tussen de wrakdelen van de Britse Lancaster ED603. Afgelopen maandag was een team met de berging van het wrak op het IJsselmeer begonnen. Het vliegtuig werd in de nacht van 13 juni 1943 na een bombardementsvlucht op het Ruhrgebied neergehaald. 4 bemanningsleden spoelden na de crash aan op de oevers van het IJsselmeer. 3 vliegers van dit toestel staan nog altijd als vermist te boek.
Dat na enkele dagen al stoffelijke resten zijn aangetroffen, is kenmerkend voor de zorgvuldigheid waarmee het bergingsteam te werk gaat. De resten gaan voor onderzoek naar het laboratorium van de Bergings- en Identificatiedienst van de Koninklijke Landmacht in Soesterberg. Defensie rapporteert de bevindingen uiteindelijk aan het Britse ministerie van Defensie.

Droge kuip
Het bergingsteam heeft de crashlocatie op het IJsselmeer over een oppervlakte van 30×30 meter ingedamd en droog gepompt. De restanten van het toestel liggen in een droge kuip, op 4 meter onder de waterlijn. Het team verwijdert deze in delen. Daarna worden ze overgebracht naar Vliegbasis Woensdrecht.
Specialisten van onder meer de bergingsdienst zeven en controleren alle uitgegraven grond machinaal. Ook deskundigen op het gebied van chemische, biologische, radiologische en nucleaire explosieven zijn hierbij betrokken.
Vermiste vliegers
De actie maakt deel uit van het Nationaal Bergingsprogramma voor vliegtuigwrakken met nog vermiste vliegers. Het bergingsteam van Defensie voert de operatie uit in opdracht van de gemeente Súdwest Fryslân. Dat gebeurt in nauwe samenwerking met de firma Leemans Speciaalwerken uit Vriezenveen, die de operatie civieltechnisch ondersteunt.
Het team is de komende weken nog bezig met de berging.
De bergings- en identificatiedienst
De Bergings- en Identificatiedienst Koninklijke Landmacht (BIDKL) bestaat sinds 1945 en is verantwoordelijk voor het opsporen, bergen en identificeren van slachtoffers uit de Tweede Wereldoorlog. Het gaat zowel om militairen als burgers. De dienst wil oorlogsslachtoffers een naam geven en hun families informeren. Ze oordeelt niet over ‘goed’ of ‘fout’.
Laboratorium

Voor het onderzoeken van stoffelijke resten beschikt de BIDKL over een modern laboratorium op Kamp Soesterberg. Daar werken 4 identificatiespecialisten. Zij combineren archeologie, antropologie en militaire geschiedenis.
Erkend kenniscentrum
De BIDKL was in 2007 medeoprichter van de Werkgroep Vermiste Personen Tweede Wereldoorlog. Deze werkgroep roept nabestaanden op DNA af te staan. Dat wordt vergeleken met DNA-profielen van onbekende oorlogsslachtoffers uit naamloze graven. Het levert regelmatig identificaties op.
De Bergings- en Identificatiedienst Koninklijke Landmacht maakt als internationaal erkend kenniscentrum deel uit van een wereldwijd netwerk. Ze adviseert over opsporing, berging en identificatie van vermisten op voormalige slagvelden en uit vliegtuigwrakken.

Moderne technieken, meer identificaties
In de jaren ’80 en ’90 nam het aantal teruggevonden slachtoffers en identificaties sterk toe. Dat gebeurde door nieuwe bouwprojecten, betere explosievenopsporing en nieuwe samenwerkingsverbanden. Ook historische bronnen waren beter beschikbaar. Door moderne forensische methoden zoals DNA- en isotopenonderzoek (herkomstonderzoek), lukte het steeds vaker stoffelijke resten te identificeren. Waar onderzoek in het verleden stopte, werden graven heropend voor nieuwe analyses.
Bron Ministerie van Defensie
Lees ook:
- Neergestorte Lancaster uit 1943 wordt komende week uit het IJsselmeer gehaald
- Berging Lancaster IJsselmeer begonnen – Maar hoe komt zo’n berging tot stand?
Filed under: IJsselmeer, Miisterie van Defensie, Tweede Wereldoorlog, Vliegtuigcrash | Tagged: Defensie vindt stoffelijke resten bij berging Britse Lancaster-bommenwerper uit het IJsselmeer, Minsiterie van Defensie |




























