
Andijk | APB – De regering heeft in een brief van 13 maart aan de Tweede Kamer aangegeven dat de ondertekening van het facultatief protocol inzake het VN-Verdrag voor rechten van mensen met een beperking voorlopig wordt aangehouden tot 2020. Redenen daarvoor zijn de juridische en financiële gevolgen voor de overheid. De brief is ook naar GWT Medemblik gestuurd.
De Rijksministerraad heeft eerder op voorstel van de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ingestemd met het zenden van het voorstel van rijkswet voor de goedkeuring van het Facultatief Protocol bij het Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten naar de Raad van State voor advies.
Uitstel
“Dit advies is enige tijd geleden aan de regering gestuurd en geeft aanleiding tot nadere overweging wegens de mogelijke financiële en juridische gevolgen van ratificatie. Het kabinet heeft daarom besloten de voortgang van de ratificatieprocedure bij dit protocol aan te houden. Om dezelfde reden heeft het kabinet besloten besluitvorming over ondertekening en ratificatie van de facultatieve protocollen bij het VN-Verdrag Handicap en het VN-Kinderrechtenverdrag aan te houden. Daaraan doet niet af de omstandigheid dat deze verdragen behalve vergelijkbare, ook andersoortige bepalingen bevatten dan het IVESC”, zo meldt de brief.
Tegenzin
Gerrit van Keulen van GTW Medemblik: “Het kabinet wijst er ook op dat de jurisprudentie van het IVESCR-Comité en van de comités bij het VN-Verdrag Handicap en het VN-Kinderrechtenverdrag zich nog grotendeels moet ontwikkelen. Daarom acht het kabinet het ook verstandig vooralsnog niet over te gaan tot ratificatie, dan wel ondertekening van de genoemde protocollen. Al jaren wordt erop aangedrongen dat dit protocol wordt geratificeerd en ondertekend, daarbij moeten we niet vergeten dat dit protocol samengaat met het VN-verdrag en dus al in 2006 voorhanden was. Het houdt ook in dat de overheid niet ter verantwoording kan worden geroepen als zaken niet goed gaan in de uitvoering van het VN-verdrag. Wat dat aangaat zijn we niet veel verder gekomen met het VN-verdrag en lijkt het erop dat men met veel tegenzin het VN-verdrag wil gaan uitvoeren. Dat het ook anders kan geeft de Belgische regering aan: die ratificeerde niet alleen het VN-verdrag al in 2006 maar deed dit ook met het protocol. Het zou mij niet verbazen dat in 2020, als dit weer aan de orde komt er weer iets is waardoor de regering zich op het standpunt stelt dat de ratificatie en ondertekening van het protocol moet worden uitgesteld…”
Buurtbuskwestie

De Gemeentelijke Werkgroep Toegankelijkheid Medemblik (GWT Medemblik) zet zich in voor de implementatie van het VN-Verdrag inzake rechten van mensen met een beperking, a priori in de gemeente Medemblik. In samenwerking met andere organisaties wordt o.a. ook overleg gepleegd met Tweede Kamerfracties om o.a. invulling te geven aan de landelijk uitvoering van het verdrag. Ook worden in voorkomende gevallen zaken voorgelegd aan het College voor de rechten van de mens in Utrecht, zoals de “buurtbuskwestie”. In dit geval mogen rolstoelgebruikers geweigerd worden om vervoerd te worden met een buurtbus terwijl een dergelijke bus deel wel uitmaakt van een publieke voorziening en op basis daarvan toegankelijk moet zijn. “Omdat de Wet op het Personenvervoer 2000 niet is aangepast op het VN-verdrag kan men dit weigeren. Toch heeft het College voor rechten van de mens ingezien dat -omdat het om een publieke voorziening gaat- rolstoelpassagiers niet geweigerd kunnen worden. Het College heeft deze casus in algemene zin dan ook voorgelegd middels een rapportage aan de VN-Commissie inzake rechten van mensen met een beperking”, aldus Van Keulen.
Filed under: Andijk |